De gang van de professoren
Wat meer verscholen, op de eerste verdieping, ontwierp Van de Velde een galerij met vijftien identieke werkkabinetten.
De bestemming van deze vleugel is een mooie demonstratie van de universitaire geschiedenis. Toen professoren nog privileges hadden, waren het individuele kabinetten die enkel door hen gebruikt mochten worden. Kamer 9 was voor de romanist Robert Guiette, kamer 10 voor de rechtshistoricus Frans Ganshof, kamer 11 voor de mediëvist Hans van Werveke, kamer 12 voor de classicus Raymond Bogaert, kamer 13 voor de bioloog Paul Van Oye, kamer 14 voor de folklorist Paul De Keyzer en kamer 15 voor de geograaf Maurice Dumont. Beneden hadden ze een kleine buffetruimte met selfservice-bediening en clubzeteltjes ter beschikking.
We spoelen enkele decennia vooruit. De democratisering heeft van de universiteit een massa-instelling gemaakt. Nu zijn deze individuele professorenkabinetten groepswerkplekken voor studenten en onderzoekers geworden.