Van toren naar bunker
Uniek aan het ontwerp van de universiteitsbibliotheek is het torendepot. Door collectiegroei en digitalisering hebben zich nieuwe opslagruimtes en methodes aangemeld.
Veertig kilometer boekenrekken slingeren zich sinds 2014 onder de Stiltetuin, gespreid over drie verdiepingen. Het is een onzichtbaar depot, dat voldoet aan de hoogste veiligheids- en conservatienormen. Het werd ontworpen door Robbrecht en Daem architecten en heeft ervoor gezorgd dat de capaciteit van de Boekentoren verdubbeld is. Naast een ‘toren’ beschikt de bibliotheek nu ook over een ‘bunker’ als depot.
De gerestaureerde toren zelf beschikt over dertig kilometer opslagruimte. Sinds oktober 2021 wordt hij terug gevuld met de bewaarcollecties van de faculteitsbibliotheken. Selectie, ontdubbeling en collectiezorg worden tijdens de verhuisbeweging uitgevoerd. Van een collectiebeheer in gespreide slagorde, met kleinere depots op dertien verschillende locaties, heeft de universiteitsbibliotheek de overgang gemaakt naar een vereenvoudigde, geïntegreerde depotwerking die in totaal zeventig kilometer analoge collectie bemeestert.
Toren en bunker, maar ook: server. Sinds hun opkomst in de jaren 1990 bestaan steeds grotere delen van de collectie uit elektronische tijdschriften en databanken. De eigen erfgoedcollectie wordt stelselmatig gedigitaliseerd en vanuit de catalogus in een IIIF-viewer aangeboden. Daarnaast wordt het academische onderzoek van de UGent-gemeenschap actief verzameld in Biblio. Samen vormen zij de digitale bibliotheek: ook dat is de Boekentoren.